Cavernebeheer en bodemdaling
Zoutwinning gebeurt diep in de ondergrond en het is belangrijk dat de winning veilig en verantwoord gebeurt. Daarom letten wij nauwgezet op de stabiliteit van cavernes en nemen wij maatregelen om bodemdaling te beperken. Na de winning worden de cavernes veilig afgesloten.
De ‘Good Salt Mining Practice’
De ‘Good Salt Mining Practice’ (GSMP) richtlijn is in de periode 1991-2004 door AkzoNobel samen met Staatstoezicht op de Mijnen ontwikkeld om een veilige en toekomstbestendige zoutwinning te realiseren en de stabiliteit en veiligheid van cavernes te borgen.
Zo wordt de grootte en vorm van de cavernes beperkt, zodat het dak altijd dik genoeg is en de caverne stabiel blijft. Voor de ontwikkeling van een caverne wordt tegenwoordig nog maar één boorput gebruikt in plaats van 2 tot 3. Om de vorm van de caverne te sturen wordt diesel gebruikt als mijnbouwhulpstof. Daardoor kan de hoogte van een zich ontwikkelende holruimte nauwkeurig gecontroleerd en gestuurd worden.
Opvullen oude cavernes
In tegenstelling tot moderne cavernes in Twente werd tot de jaren zeventig een mijnbouwtechniek gebruikt die in sommige gevallen kan leiden tot instabiliteit. Deze cavernes worden daarom preventief opgevuld.
Van de cavernes uit de periode 1958-1975 zijn er 40 “potentieel instabiel en niet inherent veilig”. Dat wil zeggen dat ze nu stabiel zijn, maar dat ze mogelijk ooit instabiel kunnen worden en dan schade aan de grondoppervlakte (het maaiveld) kunnen veroorzaken. Daarom stabiliseert Nobian permanent deze cavernes door ze op te vullen met bodemeigen materiaal. Dit is materiaal dat bij de zoutwinning naar boven komt en vervolgens weer wordt teruggebracht in de caverne ter opvulling.
Tot op heden zijn op deze wijze 20 cavernes gevuld en geheel gestabiliseerd. De 40 potentieel instabiele en niet inherent veilige cavernes die nog over zijn worden de komende jaren gevuld om te waarborgen dat deze ook op lange termijn stabiel blijven. Met Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) is besproken dat 15 van de 40 cavernes daarbij prioriteit krijgen, bijvoorbeeld omdat deze in de buurt van een weg liggen.
Meetnetwerk garandeert vroegtijdig optreden
In Hengelo hebben wij in 2018 een seismisch meetnetwerk geïnstalleerd om potentieel instabiele cavernes te bewaken in een specifiek gebied van cavernes aangelegd in de periode 1933-1958. Dit netwerk toont aan dat alle cavernes op het moment stabiel zijn.
Daarnaast worden alle 40 potentieel instabiele cavernes continue (24/7) in de gaten gehouden met een akoestisch meetnetwerk dat in 2017 is geïnstalleerd, in aanvulling op het gebruik van sonarmetingen.
De volgorde waarin cavernes worden opgevuld, is afgestemd met het Staatstoezicht op de Mijnen, waarbij de cavernes met de hoogste prioriteit ook het eerst worden gevuld.
Mochten sommige cavernes toch eerder tekenen van instabiliteit vertonen, dan pikken wij dit dankzij het meetnetwerk meteen op. In dat geval krijgt een caverne prioriteit en wordt eerder gevuld. Nobian heeft na het eerste signaal van instabiliteit nog ongeveer 15 jaar voordat een caverne daadwerkelijk schade aan de grondoppervlakte kan veroorzaken. Daarmee hebben we ruim voldoende tijd om met succes in te grijpen.
Bodemdaling beperkt
Door zoutwinning kan bodemdaling optreden. Wij houden ons daarom aan de richtlijn Good Salt Mining Practice, waarbij in de regio een zo gering mogelijke bodemdaling optreedt tot een maximum van 5 cm per 100 jaar. In de gebieden in Twente waar Nobian zout wint, is de bodemdaling daardoor gering: ca 0,1 tot 0,5 mm per jaar en zijn nadelige effecten zeer beperkt gebleken.
Ook in de vergunningen wordt een maximum gesteld aan de toegestane bodemdaling. Voordat we beginnen met zoutwinning wordt met geo-mechanische modellen berekend of de winning inderdaad onder dit maximum blijft. Tijdens de winning meten wij volgens een wettelijk voorgeschreven meetplan met regelmatige tijdsintervallen eventuele bodemdaling en bespreken dit met het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).
Afsluiten van cavernes
Voor definitief buiten gebruik gestelde cavernes, waarvoor dus ook in de toekomst geen hergebruik voorzien is, wordt een sluitingsplan opgesteld. In overleg met de toezichthouder wordt de technische detaillering en planning afgestemd.
Voordat een zoutcaverne de maximaal toelaatbare afmetingen heeft bereikt, wordt de winning beëindigd. Eerst wordt een eindmeting uitgevoerd: daarmee wordt de eindsituatie vastgelegd. Vervolgens wordt de diesel die als ‘deken’ op de pekel drijft verwijderd en worden de productiebuizen verwijderd. Na goedkeuring van het plan door het Staatstoezicht op de Mijnen wordt de caverne definitief afgesloten.